Verslag stimuleringsfonds creatieve industrie


Saskia van Stein schreef in 2020 een verslag met conclusies en aanbevelingen over ontwerpkritiek in Nederland, op basis van diverse interviews met ontwerpers.

Het levert soms tenenkrommende zinnen op en teveel erg voor de hand liggende conclusies. Wel geeft het een goed algemeen beeld van hoe in Nederland naar ontwerpkritiek wordt gekeken.

Enkele passages zijn sterk, bijvoorbeeld bij het benoemen waar kritische ontwerpers zich mee bezig dienen te houden:

“De vraag is niet langer óf technologie een politieke dimensie heeft, maar hóé bestaande machtsdynamieken door technologie worden beïnvloed. Ondanks de gecentraliseerde macht die de (big) techbedrijven hebben, stellen hun technologieën ontwerpers werkelijk in staat
het publieke gesprek over de democratie te organiseren. Dit kan variëren van het bijeenbrengen van collectieve netwerken rond een gemeenschappelijk doel, een individuele actie tot het adresseren van systemische ongelijkheid en discriminatie in de technologieën zelf. Deze verschuiving heeft allerhande implicaties voor de verbreding, de verdieping en de meerstemmigheid in de samenleving en dus in de ontwerpende disciplines. Onze vooronderstellingen moeten daarbij worden geagendeerd en herzien. Het antwoord op de vraag naar betekenis van
ontwerpkritiek, en ook de duiding van historische verankering, zou een brede intersectionele representatie van de geschiedenis en van de ontwerpproductie moeten zijn. Er ligt een opgave om de kennis van de klassieken te verbreden en te verbinden met meervoudige culturele en maatschappelijke perspectieven zoals afkomst, opleiding, gender, seksuele geaardheid en sociale ongelijkheid. Ook is er een verschuiving van het soort kennis en de hiërarchie die in onze kennissystemen besloten liggen.”

Ook een goede quote uit het document gaat over waar de meest interessante praktijken zich in Nederland ontwikkelen:

“De meest optimistische geluiden dienen zich
aan in het digitale domein en de populairdere
ontwerpculturen zoals gaming en mode. Het
gesprek over mode en modeontwerpkritiek
groeit uit de kinderschoenen. Ingegeven door
het besef dat de uitbuiting van mens en aarde
inherent is aan de mode-industrie, komt een
ander soort gesprek tot wasdom. Dit uit zich
in allerhande technologische innovatie, sociale
initiatieven en thema’s als de collectieloze collectie of onze digitale identiteit. Nu nog opererend in een niche, maar met groot zelforganiserend vermogen en mogelijk ook groot bereik.”

Het hele verslag is terug te lezen via https://cms.stimuleringsfonds.nl/storage/media/SCI_Kritiek-reflectie-en-debat-binnen-de-ontwerpdisciplines-architectuur-vormgeving-en-digitale-cultuur-in-Nederland.pdf